Zand en wormen bij paarden met Janneke van der Wal van Worm & Co

Leestijd 5 minuten

Rondom het weideseizoen zijn zand en wormen bij paarden 2 onderwerpen die bij NML health vaak ter sprake komen en soms nog weleens tot vragen leiden. Om hier dieper op in te gaan hebben we een webinar opgenomen met gastspreker Janneke van der Wal, oprichtster van het onderzoeksbedrijf Worm &co. 

Janneke is oprichtster van het bedrijf dat mestonderzoek doet bij paarden, dit wordt gedaan door specialisten van het veterinair parasitologisch laboratorium. Particulieren en professionals kunnen ontlasting van hun paard(en) opsturen en binnen 24 uur de uitslag krijgen met bijbehorend advies. 
Vanwege de resistentie die ontstaat tegen wormmiddelen en de negatieve invloed op het microbioom is een ontlastingsonderzoek een mooie manier om op een preventieve manier worminfecties voor te zijn en op tijd te kunnen behandelen. 
Wist je dat 74% van de paarden onnodig wordt ontwormd?

Bij Worm&Co worden de mestballen standaard gecontroleerd op zand in de mest, het mestonderzoek bevat verder een volledig onderzoek naar rode bloedworm, spoelworm, lintworm, aarsmade en veulenworm, dit zijn alle wormen die regelmatig voorkomen bij paarden. 
Aanvullend kun je nog kiezen voor leverbot, longworm en een Equisal lintwormonderzoek.

Hoe voorkom je opname van zand bij je paard en wat kun je doen als er zand wordt gevonden in de mest?
Zandkoliek ontstaat door het ophopen van zand in de darmen. Als het paard eenmaal koliek heeft moet dit direct worden aangepakt door een dierenarts, maar voordat dit ontstaat kun je zelf al het een en ander signaleren en aanpakken. Voorkomen is natuurlijk altijd beter dan genezen. 
Zand in de darmen ontstaat vaak bij paarden omdat het paard op een dieet heeft gestaan gedurende de zomermaanden en op kort gras heeft gelopen. Dit gras geeft problemen als het ongeveer 1 tot 5 cm lang is. Met het trekken aan de grassprietjes komt de wortel mee waar het zand aan zit. Paarden in natte weides trekken ook graspollen uit de grond waar zand aan zit en soms zie je ook dat er zand in het hooi zit, met name als het gras heel kort wordt afgemaaid.

Dit zand komt in de darmen en wordt minimaal afgevoerd waardoor er ophopingen ontstaan. Dit kan ernstige klachten geven zoals mestwater, dunne ontlasting, slecht eten & zandkoliek.
Sommige paarden likken zand of grond op, in de wei of in de paddock, dit kan komen door tekorten in de voeding of door verveling en stress. Een gezonde darm kan kleine hoeveelheden zand prima zelf afvoeren, 1 theelepel zand per onderzoek is echter wel teveel. 
Je kan eventueel zelf regelmatig 3 dagen achtereen controleren door een mestbal en water te mengen in een zakje en dit weg te hangen. Na een half uurtje zal het eventuele zand op de bodem verschijnen. Zandafscheiding is een momentopname, dus dient regelmatig herhaald te worden. 
Vanwege de cyclus van de wormen is 4 x per jaar controleren aan te raden, dit geeft dan het beste inzicht. Het checken op zand wordt bij Worm &Co automatisch meegenomen, een ideale combinatie dus!

Om worminfecties te voorkomen is een complementaire behandeling en goed weidemanagement cruciaal. Dit houdt in dat het weidemanagement zo ingericht kan worden dat de larfjes die uit de wormeneitjes ontstaan niet worden opgegeten door het paard. Mest verwijderen, strookbegrazing, schapen op het perceel beweiden en het weiland schoonmaaien en vervolgens de paarden omweiden zijn goede manieren om de infectiedruk te verlagen. Daarnaast is het goed om eventuele nieuwe paarden in een kudde te checken alvorens zij worden geïntroduceerd en bij behandeling de gehele koppel te ontwormen. Een herbesmetting vindt altijd plaats op de weide. Een paard bouwt over het algemeen rond zijn zevende levensjaar een natuurlijke resistentie op tegen wormen, mits er voldoende schoon gras beschikbaar is. Een paard eet van nature namelijk niet dichtbij de mestplekken. Paarden op een schrale wei zullen dus eerder last krijgen van wormen dan paarden die volop ruimte hebben met schone plekken gras. Ook paarden met een verminderde weestand kunnen sneller een infectie krijgen als ze eerder in het seizoen negatief waren. Bij sommige paarden zie je duidelijke symptomen die duiden op een wormbesmetting, zoals slecht in de vacht zitten, minder energie, een bolle en gevoelige buik. 

Maar soms heeft een topfit paard een hoge EPG en had de eigenaar niets in de gaten, zo’n paard is dan een enorme besmettingsbron voor de andere paarden in de wei. 
Alles hangt samen met een goed weidemanagement en gezond microbioom. 
Gezonde voeding, met een laag suiker en zetmeel gehalte, een minimale belasting van de darmen door zo min mogelijk te ontwormen en supplementen geven ter ondersteuning van de darmflora kunnen dan echt het verschil maken!

Wil je meer weten? Je kan het webinar hier terugkijken.
Wil je meer informatie over de producten die wij adviseren? Mail dan naar advies@nmlhealth.com