Schildklierproblemen - bron van veel hondenleed

Wordt een hond slomer, heeft hij een doffere vacht en krijgt hij kale plekken, wordt het dier zwaarder terwijl hij net zo eet als anders en lijkt het alsof hij pijn heeft? Dan kan het zijn dat de hond last heeft van een schildklier die niet goed werkt. Dit artikel kwam tot stand m.m.v. Petra Driesen.

Hoewel het maar een klein orgaan is speelt de schildklier een cruciale bij de gezondheid van de hond. Het reguleert de temperatuurhuishouding, de stofwisseling en de hartslag in het lichaam en is van invloed op de conditie van de huid, de kwaliteit van de spijsvertering, groei, ontwikkeling en herstel en mentale en emotionele processen. 

Bij honden komt het het vaakst voor dat de schildklier te traag werkt (hypothyreoïdie). Dat kan komen door een tekort aan Jodium en Selenium in de voeding, een tekort aan schildklierhormoon en een verstoord omzettingsproces van hormonen. Castratie, stress en toxines verstoren de werking van de schildklier, maar ook de darmwerking speelt een belangrijke rol bij een goed functioneren van de schildklier. Bepaalde rassen zoals de Golden retriever, Labrador en Dobermann, zijn gevoeliger voor een niet goed functionerende schildklier.

Hypothyreoïdie – hoe herken je het bij de hond?

  • Lagere lichaamstemperatuur < 37,8 ˚C
  • Tragere hartslag
  • Hoofdpijn – een hond zal terugtrekkend gedrag vertonen
  • Huidproblemen – jeuk, schilfering, doorschijnende plekken in de vacht die vaak symmetrisch aanwezig zijn, huidontstekingen, vettige verdikte huid; kenmerkend is dat als je alleen de huidklacht behandelt de klacht weer snel recidiveert. 
  • Trage motoriek, sloom en vermoeidheid – de hond sjokt achter het baasje aan
  • Spierproblemen – coldwatertail (pijnlijke verkramping van staartspieren) zie je vaak en onderbespiering
  • Pijnklachten - vaak aanrakingspijn en continue spierpijn 
  • Gedragsproblemen – agressie, uitvallen, vaak ingegeven doordat de hond pijn heeft
  • Vergrote melkklieren, niet loops worden van teven
  • Obstipatie
  • Gewichtstoename
  • Recidiverende oorontsteking
  • Gewrichtsproblemen – artrose, artritis, HD en ED

De rol van hypothalamus en hypofyse bij het schildklierhormoon

In de hersenstam worden het interne milieu in het lichaam voortdurend in de gaten gehouden. Dreigt er ergens een verstoring op te treden dan gaat er direct een seintje naar de hypothalamus. De hypothalamus geeft op haar beurt aan de hypofyse de opdracht het schildklierstimulerend hormoon (TSH) aan te maken. Belangrijk is om te weten dat de hypofyse in contact staat met de bijnieren, de schildklier en de geslachtsklieren. Dan is het meteen duidelijk waarom stress en castratie zo van invloed zijn op de werking van de schildklier.

TSH stimuleert de schildklier tot de productie van T4 (het niet actieve schildklierhormoon dat bestaat uit Tyrosine en 4 jodiummoleculen). In de lever wordt T4 omgezet in T3. T3 is het werkzame schildklierhormoon. Deze omzetting gebeurt met behulp van Selenium. Selenium is een essentieel mineraal, dat een dier alleen via voeding binnen krijgt. Omdat Selenium niet meer in de bodem zit, is het moeilijk om Selenium binnen te krijgen. Een supplement is dan een goede aanvulling. Maar let op: Selenium mag niet over gedoseerd worden, te weinig is schadelijk, te veel is toxisch.

Als er te weinig Selenium aanwezig is zet onder meer de lever T4 om naar rT3 (reversed T3). Deze rT3 neemt de plaats in van T3, waardoor de werking van de schildklier vertraagt wordt.  Dit gebeurt ook wanneer er stress is.

Als het interne milieu in het lichaam langdurig verstoord blijft, neemt ook de hoeveelheid stresshormonen toe. Stresshormonen remmen de aanmaak van TSH en de omzetting van T4 in T3. Dat is waarom iedere vorm van stress leidt tot een uitputting van de bijnieren en schildklier.

Oorzaken van Hypothyreoïdie bij de hond

Omdat de schildklier deel uitmaakt van de totale hormoonhuishouding van de hond zijn er veel oorzaken mogelijk:

  • Insulineresistentie
  • Schadelijke xeno-oestrogenen
    Dit zijn chemische stoffen (bv weekmakers in plastic en bestrijdingsmiddelen op onze gewassen) die zich het zelfde gedragen als lichaamseigen oestrogenen en daardoor de hormoonbalans in het lichaam en de schildklierfunctie verstoren.
  • Een tekort aan testosteron
  • Andere dysbalans van de geslachtshormonen
  • Chronische laaggradige (low grade)ontstekingen
  • Jodiumtekort
  • Tekort aan Selenium, Zink en B-vitamines
  • Overbelasting van de lever en vervette lever door verkeerde voeding
    De lever gebruikt jodium om toxische stoffen te ontgiften. Ook hierdoor blijft er te weinig jodium over voor de schildklier.
  • Stress 
    Te hoge eisen stellen aan je hond en angst verstoort de werking van de schildklier, maar naast emotionele en mentale stress verhoogt ook verkeerde voeding, operatie, trauma etc. de hoeveelheid stresshormonen in het lichaam.
  • Voeding met veel koolhydraten
  • Voeding met veel gluten en fytinezuur (in granen en mais)
  • Voeding met soja. Soja remt de opname van Zink, Selenium en Jodium
  • Voeding met een tekort aan L-Tyrosine, Jodium, Zink, Selenium, B-vitamines, Magnesium en Omega-3 vetzuren met EPA en DHA. 
  • Overvoeding leidt tot stress voor het lichaam
  • Medicatie, vanwege de belasting op de lever
  • Zware metalen, uit omgeving, voeding of vaccinaties (mn de vaccinatie tegen ziekte van Weil). Ook visolie kan zware metalen bevatten, kies dus voor gezuiverde kwaliteit.
  • Straling
  • Halsband vanwege de voortdurende druk op de schildklier. Die kan hierdoor verstoord raken.
  • Darmproblemen door verkeerde voeding, parasieten, stress en low grade ontstekingen.

Diagnose van hypothyreoïdie

Bij een vermoeden van hypothyreoïdie zal een dierenarts vrijwel altijd een bloedonderzoek doen voor een bepaling van de waarden van (free) T4 en TSH in het bloed. Soms wordt er ook gekeken naar de waarde van (free) T3 omdat dat een indicatie geeft van de werking van de lever en het beschikbare Jodium.

Belangrijk is dat daarnaast ook de waarde van rT3 in het bloed wordt gemeten. Als er rT3 verhoogd aanwezig is kan de T3 namelijk niet zijn werk doen en wordt de diagnose hypothyreoïdie gemist. 

Hypothyreoïdie, wat nu?

Ook hier geldt dat er bij een vermoeden eerst gekeken moet worden naar de mogelijke oorzaken van het disfunctioneren van de schildklier. Is er sprake van een tekort aan grondstoffen dan moeten die eerst worden aangevuld. Ook op andere oorzaken zal er actie moeten worden ondernomen. Basis is een juiste voeding van goede kwaliteit.

Holistische dierenartsen kunnen natuurlijke schildklierpreparaten adviseren die de werking van de schildklier ondersteunen. 

Magnesiumcitraat, Zink en Selenium, omega-3 vetzuren met EPA en DHA zijn ondersteunende supplementen voor een beter werkende schildklier, net als vitamines B en vitamine D.

Agnus Castus (Monnikspeper of Kuisboom) wordt in Europa en Noord-Amerika al meer dan 2000 jaar toegepast als fytotherapeuticum bij hormonale problemen. Agnus castus ondersteunt de werking van verschillende hormoonsystemen. 

Curcuma xanthorrhiza (Bittere of Javaanse kurkumawortel) ondersteunt herstel en stimuleert de werking van de lever. 

Gymnema sylvestre is ook bekend als Gurmar, de ‘suikervernietiger’ omdat het het vermogen afzwakt om zoetheid te proeven. Het heeft een verlagend effect op de bloedsuikerspiegel doordat het de opnamecapaciteit van de enzymen die glucose verwerken, verhoogt. Bovendien vermindert Gymnema het bloedsuiker verhogend effect van sommige hormonen zoals adrenaline. 

De peulvruchten van de Mucuna pruriens (Fluweelboon of Jeukboon) hebben een hoog gehalte aan medicinale stoffen, waaronder levodopa (L-dopa) en ondersteunen bij ziekten van het zenuwstelsel en diabetes.

Als er gekozen wordt voor reguliere medicatie met schildklierhormonen is het advies om met bloedonderzoek na enige tijd het effect ervan vast te stellen. Zo voorkom je dat een hond onterecht deze medicijnen blijft innemen.

NB Symptomen van hypothyreoïdie komen overeen met de symptomen van ziekte van Cushing bij de hond. Met het grote verschil dat bij Cushing de hond ook veel drinkt en plast.

 

Bron: Petra Driesen, Holistisch centrum voor mens en dier; Medisch centrum voor dieren en artikel ‘Schildklierproblemen bij honden’ mmv Jenny Buijtels, internist diergeneeskunde Universiteit Utrecht.